ASM-inspiratieplatform

Welkom in de nieuwe PLAYCE, een sportzaal met uitdagende patronen en spelobjecten. Hoe gebruik je de PLAYCE en wat kan je met de verschillende spelobjecten in de zaal? Daarvoor hebben de buurtsportcoaches van bv SPORT handige video’s gemaakt.

Op deze pagina vind je verschillende praktische voorbeelden die je direct kunt toepassen in de PLAYCE. Je kunt de oefeningen ook buiten de PLAYCE uitvoeren. Bijvoorbeeld op het schoolplein.

10 grondvormen van bewegen

De spelobjecten in de PLAYCE zijn gebaseerd op de 10 grondvormen van bewegen. Hierdoor richten de oefeningen zich op een breed motorische aanpak. Door gebruik te maken van de asymmetrische objecten in deze zaal, word je uitgedaagd om je aan te passen aan de situatie. Combineer de verschillende sporten, want sporten hebben meer gemeen dan dat ze verschillen. Door veelzijdig te bewegen word je vanzelf vaardiger in bewegen. Doe je mee? Bekijk hieronder de ASM-oefeningen.

In dit spel maak je gebruik van meerdere grondvormen. Namelijk, 'rollen, duiken en draaien' en 'balanceren'.

In dit spel maak je gebruik van de grondvorm 'gooien, vangen, slaan en mikken'.

In dit spel maak je gebruik van maar liefst twee grondvormen. Namelijk, 'trappen, schieten & mikken' en 'gooien, vangen, slaan & mikken'.

In dit spel maak je gebruik van de grondvormen 'trappen, schieten en mikken' en 'gooien, vangen, slaan en mikken'.

De grondvorm van dit spel is gooien, vangen, slaan en mikken.

De grondvorm van dit spel is zwaaien en slingeren.

In dit spel maak je gebruik van de grondvorm 'klimmen en klauteren'.

In dit spel maak je gebruik van de grondvormen 'klimmen en klauteren' en 'stoeien en vechten'.

In dit spel maak je gebruik van één grondvorm. Namelijk, gooien, vangen, slaan en mikken.

De grondvorm van dit spel is gooien, vangen slaan en mikken.

De grondvorm voor dit spel is balanceren en vallen.

In dit spel maak je gebruik van de grondvorm 'trappen, schieten en mikken'.

De grondvorm voor dit spel is zwaaien en slingeren.

In dit spel maak je gebruik van de grondvorm stoeien en vechten.

In dit spel maak je gebruik van de grondvormen gooien, vangen, slaan en mikken.

De grondvorm voor dit spel is springen en landen.

In dit spel ga je aan de slag met de grondvorm 'gaan en lopen'.

In dit spel maak je gebruik van de grondvorm 'trappen, schieten en mikken'.

De grondvorm voor dit spel is balanceren en vallen.

In dit spel ga je aan de slag met de grondvorm 'balanceren en vallen'.

In dit spel maak je gebruik van meerdere grondvormen. Namelijk, 'springen en landen' en 'gooien, vangen, slaan en mikken.'

Grondvormen: rollen, duikelen en draaien.

De grondvorm van dit spel is rollen, duikelen en draaien.

In dit spel ga je aan de slag met de grondvorm 'bewegen op muziek'.

De grondvormen van dit spel zijn trappen, schieten en mikken.

In dit spel maak je gebruik van de grondvorm stoeien en vechten.

In dit spel maak je gebruik van meerdere grondvormen. Namelijk rollen, duikelen en draaien en springen en landen.

In dit spel maak je gebruik van de grondvorm gooien, vangen, slaan en mikken.

In dit spel maak je gebruik van meerdere grondvormen. Namelijk trappen, schieten en mikken en gooien, vangen, slaan en mikken.

In dit spel maak je gebruik van meerdere grondvormen. Namelijk bewegen op- en het maken van muziek en gaan en lopen.

In dit spel ga je aan de slag met de grondvorm klimmen en klauteren.

De grondvormen van dit spel zijn trappen, schieten en mikken.

In dit spel ga je aan de slag met de grondvorm springen en landen.

In dit spel maak je gebruik van meerdere grondvormen. Namelijk stoeien en vechten en gaan en lopen.